Ik hou van de zomer. Houd jij ook van de zomer? Ja, ik hou van warm weer en zon!
Ik vind dit boek erg leuk. Vind jij het ook leuk? Nee, ik vind het niet zo leuk. Ik vind andere boeken leuker.
Zij houdt niet van koken. Maar ze vindt eten wel lekker!
Hij houdt van zijn kat. Hij vindt zijn kat lief.
Wat vind je van deze muziek? Ik vind deze muziek niet leuk. Ik hou van rustige muziek.
Wij vinden wandelen leuk, vooral in het bos. Houden jullie ook van de natuur?
Ik eet graag pizza. Ik drink graag thee. Wat eet en drink jij graag?
Dag!