Chapter 30: Functional Language - Making Appointments (Afspraken Maken)

Introduction

Making appointments (afspraken maken) is a common practical task, whether it's for the doctor, dentist, hairdresser, a meeting, or meeting a friend. This involves asking if someone is available, suggesting a time, and confirming.

Key Vocabulary

  • de afspraak (the appointment)
  • een afspraak maken (to make an appointment)
  • een afspraak verzetten (to reschedule an appointment)
  • een afspraak afzeggen (to cancel an appointment)
  • de agenda (the diary / schedule / calendar)
  • tijd hebben (to have time)
  • beschikbaar zijn (to be available)
  • bezet zijn (to be busy/occupied)
  • schikken / passen / uitkomen (to suit / be convenient)
  • het tijdstip (the point in time / time slot)
  • de datum (the date)
  • de dag (the day)
  • de ochtend / de morgen (the morning)
  • de middag (the afternoon)
  • de avond (the evening)

Making an Appointment (Formal/Business Context - e.g., Doctor, Company)

Initiating:

  • Goedendag, [Your Name] spreekt. Ik wil graag een afspraak maken met [Person/Department].

(Good day, [Your Name] speaking. I would like to make an appointment with [Person/Department].)

  • Kan ik een afspraak maken voor [Reason]?

(Can I make an appointment for [Reason]? - e.g., voor een controle - for a check-up)

Checking Availability:

  • (Assistant might ask): Wanneer zou u kunnen? / Wanneer schikt het u?

(When would you be able to come? / When would suit you?)

  • (You can ask): Heeft u tijd op [Day] om [Time]?

(Do you have time on [Day] at [Time]?)

  • (You can ask): Zou [Day] [Time] mogelijk zijn?

(Would [Day] [Time] be possible?)

Suggesting a Time/Date:

  • Kan ik op maandag om 10 uur komen? (Can I come on Monday at 10 o'clock?)
  • Zou dinsdagmiddag om 2 uur passen? (Would Tuesday afternoon at 2 o'clock suit?)
  • Is er plaats op woensdagochtend? (Is there a spot/space on Wednesday morning?)
  • Ik kan op [Day] / volgende week / overmorgen. (I can on [Day] / next week / the day after tomorrow.)

Responding to Suggestions:

  • (If it suits): Ja, dat is prima. / Ja, dat kan. / Ja, dat schikt. (Yes, that is fine. / Yes, that's possible. / Yes, that suits.)
  • (If it doesn't suit): Nee, dan kan ik helaas niet. (No, unfortunately I can't then.)
  • Nee, die dag ben ik bezet. (No, I am busy that day.)
  • Heeft u misschien een ander tijdstip? (Do you perhaps have another time slot?)
  • Kan het iets later / vroeger? (Can it be a bit later / earlier?)

Confirming:

  • Okë, dan staat de afspraak op [Day] om [Time]. (Okay, then the appointment is set for [Day] at [Time].)
  • Prima, dan zie ik u dan. (Fine, I'll see you then.)
  • Bedankt, tot dan! (Thanks, see you then!)

Making an Appointment (Informal Context - e.g., Friend)

Initiating/Suggesting:

  • Hoi [Name], heb je zin om af te spreken? (Hi [Name], do you feel like meeting up?)
  • Zullen we binnenkort iets afspreken? (Shall we arrange something soon?)
  • Wanneer heb je tijd? (When do you have time?)
  • Heb je tijd op [Day]? (Do you have time on [Day]?)
  • Kun je [Day] om [Time]? (Can you do [Day] at [Time]?)
  • Laten we op [Day] [Activity] doen! (Let's do [Activity] on [Day]! - e.g., Laten we op zaterdag koffie drinken!)

Responding:

  • Ja, leuk! (Yes, nice! / Sounds good!)
  • Ja, dan kan ik (wel). (Yes, I can then.)
  • Nee, dan kan ik (helaas) niet. (No, I can't then (unfortunately).)
  • Misschien een andere keer? (Maybe another time?)
  • Kunnen we een andere dag/tijd afspreken? (Can we arrange another day/time?)

Confirming:

  • Okë, doen we! (Okay, let's do it!)
  • Afgesproken! (Agreed! / It's a date!)
  • Leuk, tot dan! (Nice, see you then!)

Changing or Cancelling

  • Ik wil graag mijn afspraak van [Date/Time] verzetten. (I would like to reschedule my appointment of [Date/Time].)
  • Zou het mogelijk zijn om de afspraak te verzetten naar [New Date/Time]? (Would it be possible to reschedule the appointment to [New Date/Time]?)
  • Ik moet helaas mijn afspraak van [Date/Time] afzeggen. (I unfortunately have to cancel my appointment of [Date/Time].)
  • Sorry, ik kan toch niet op [Day]. Kunnen we een andere keer? (Sorry, I can't make it on [Day] after all. Can we do another time?)

Making appointments involves checking availability (Kun je dan?, Wanneer schikt het u?), suggesting times (Zou ... passen?, Laten we ...), and confirming (Afgesproken!, Prima, tot dan). Learn the different phrases for formal and informal situations, and also how to reschedule (verzetten) or cancel (afzeggen) if necessary.