Making Plans

This involves the language needed to schedule a meeting or arrangement with someone (e.g., doctor, hairdresser, friend, colleague).

Key Phrases and Verbs:

  • een afspraak maken (to make an appointment)
  • afspreken (to arrange to meet, to agree on)
  • plannen (to plan)
  • reserveren (to reserve, to book - e.g., a table)

Proposing an Appointment:

  • Ik wil graag een afspraak maken. (I would like to make an appointment.) - Common formal opener.
  • Kunnen we afspreken? (Can we meet up?)
  • Heb je tijd (om af te spreken) op [dag]? (Do you have time (to meet) on [day]?)
  • Zullen we [dag] om [tijd] afspreken? (Shall we meet on [day] at [time]?)
  • Wanneer zou het u/je schikken? (When would it suit you? - Formal/Informal)
  • Wanneer kan ik langskomen? (When can I come by?)
  • Is het mogelijk om...? (Is it possible to...?)

Suggesting Time/Date:

  • Kan het op maandag om 10 uur? (Is Monday at 10 o'clock possible?)
  • Wat dacht je van volgende week dinsdag? (What about next Tuesday?)
  • Schikt [dag] om [tijd]? (Does [day] at [time] suit you?)
  • Heb je liever 's ochtends of 's middags? (Do you prefer in the morning or in the afternoon?)

Responding to Suggestions:

  • Positive:
  • Ja, dat is goed. (Yes, that's good.)
  • Ja, dat kan. (Yes, that's possible.)
  • Prima! / Perfect! (Fine! / Perfect!)
  • Ja, dan heb ik tijd. (Yes, I have time then.)
  • Die tijd schikt me. (That time suits me.)
  • Negative:
  • Nee, sorry, dan kan ik niet. (No, sorry, I can't then.)
  • Nee, dan heb ik helaas al een andere afspraak. (No, unfortunately I already have another appointment then.)
  • Die dag/tijd schikt me niet. (That day/time doesn't suit me.)
  • Kan het misschien (op) een andere keer/dag? (Is another time/day perhaps possible?)
  • Kan het iets later/vroeger? (Can it be a bit later/earlier?)

Confirming:

  • Okë, dan zie ik u/je op [dag] om [tijd]. (Okay, then I'll see you on [day] at [time].)
  • Afgesproken! (Agreed! / It's a deal!)
  • Dan staat de afspraak. (Then the appointment is set.)

Changing/Cancelling:

  • Ik wil graag mijn afspraak verzetten. (I would like to reschedule my appointment.)
  • Ik moet onze afspraak helaas afzeggen. (I unfortunately have to cancel our appointment.)

This functional language is crucial for organizing meetings and managing schedules.