Chapter 33: Functional Language - Agreeing and Disagreeing (Eens en Oneens Zijn)

Introduction

Responding to opinions and suggestions involves expressing agreement (eens zijn) or disagreement (oneens zijn). This chapter covers common phrases for doing so politely.

Expressing Agreement (Eens Zijn)

Simple Agreement:

  • Ja. (Yes.)
  • Okë. (Okay.)
  • Prima. (Fine.)
  • Inderdaad. (Indeed.)
  • Precies. / Exact. (Exactly.)
  • Klopt. (That's right. / Correct.)
  • Absoluut. (Absolutely.)

Agreeing with an Opinion/Statement:

  • Ik ben het met je eens. (I agree with you.)
  • Ik ben het daarmee eens. (I agree with that.)
  • Dat vind ik ook. (I think so too. / I find that too.)
  • Dat denk ik ook. (I think so too.)
  • Je hebt gelijk. (You are right.)
  • Dat is waar. (That is true.)
  • Goed punt. (Good point.)
  • Mee eens. (Agreed. - short form)

Agreeing to a Suggestion/Proposal:

  • Ja, leuk! (Yes, nice! / Sounds good!)
  • Ja, goed idee! (Yes, good idea!)
  • Laten we dat doen! (Let's do that!)
  • Afgesproken! (Agreed! / It's a deal!)

Expressing Disagreement (Oneens Zijn)

It's often polite to soften disagreement.

Simple Disagreement:

  • Nee. (No.)
  • (Dat) denk ik niet. (I don't think so.)
  • (Dat) vind ik niet. (I don't think so. / I don't find that.)
  • Eigenlijk niet. (Actually no / Not really.)

Disagreeing with an Opinion/Statement (Politely):

  • Ik ben het niet met je eens. (I don't agree with you.)
  • Ik ben het daar niet mee eens. (I don't agree with that.)
  • Ik denk daar anders over. (I think differently about that.)
  • Dat zie ik anders. (I see that differently.)
  • Hmm, ik weet het niet... (Hmm, I don't know...)
  • Ja, maar ... (Yes, but ...) - Acknowledge then state counterpoint
  • Misschien wel, maar ... (Maybe so, but ...)
  • Ik ben het er gedeeltelijk mee eens, maar ... (I partly agree with it, but ...)
  • Niet mee eens. (Disagree. - short, direct form)

Disagreeing with a Suggestion/Proposal:

  • Nee, liever niet. (No, I'd rather not.)
  • Ik heb geen zin. (I don't feel like it.)
  • Dat lijkt me geen goed idee. (That doesn't seem like a good idea to me.)
  • Misschien iets anders? (Maybe something else?)
  • Ik doe liever iets anders. (I prefer doing something else.)

Expressing Doubt or Uncertainty (Twijfel Uiten)

  • Ik weet het niet (zeker). (I don't know (for sure).)
  • Misschien. (Maybe.)
  • Dat hangt ervan af. (That depends.)
  • Ik twijfel. (I doubt / I am hesitating.)
  • Ben je dat zeker? / Weet je dat zeker? (Are you sure about that?)

Examples in Conversation

  • A: Ik vind deze film erg goed. (I find this film very good.)

B: Ja, ik ben het met je eens. / Ja, dat vind ik ook. (Yes, I agree with you. / Yes, I think so too.) C: Hmm, ik weet het niet. Ik vond hem een beetje saai. (Hmm, I don't know. I found it a bit boring.) D: Ik ben het daar niet mee eens. Ik vond het verhaal juist spannend. (I don't agree with that. I actually found the story exciting.)

  • A: Zullen we vanavond pizza eten? (Shall we eat pizza tonight?)

B: Ja, goed idee! (Yes, good idea!) C: Liever niet, ik heb meer zin in pasta. (I'd rather not, I feel more like pasta.)

Learn various phrases to express agreement (Ik ben het ermee eens, Dat vind ik ook, Klopt) and disagreement (Ik ben het er niet mee eens, Dat denk ik niet). Often, disagreement is softened using phrases like Ja, maar..., Ik denk daar anders over, or Ik weet het niet.... Practice responding to different opinions and suggestions.