b2-9-reading

A: Waar is Jan? Hij zou hier toch zijn? B: Hij zal wel vastzitten in het verkeer. Dat moet haast wel, want hij is altijd op tijd. A: Mag ik hier parkeren? B: Nee, dat mag niet. Je moet een vergunning hebben. A: Oh, okë. Moet ik die dan nu aanvragen? B: Nee, dat hoeft niet per se vandaag, maar je kunt het beter wel zo snel mogelijk doen. Je kunt anders een boete krijgen.